Een ‘triggerfinger’ komt geregeld voor bij volwassenen. Kenmerkend is dat de vinger vaak in een gebogen toestand blijft staan en alleen met moeite gestrekt kan worden. Dit gebeurt dan plotseling, alsof de vinger ineens losschiet. Er is geen duidelijk aanwijsbare oorzaak voor een triggerfinger, maar lijkt het wel vaker voor te komen bij mensen met reuma, jicht of diabetes.
Bij een triggerfinger is de peesschede van een van de vinger- of duimbuigers geïrriteerd. Vaak leidt deze irritatie tot een knoopachtige harde zwelling (nodus van Notta) en/of een vernauwing. Het glijden van de pees door deze schede wordt verstoord waardoor de vinger moeilijker kan buigen en strekken. Vaak lukt het nog wel maar is dit pijnlijk. Door het blijven belasten van de vingers kan een vicieuze cirkel ontstaan. De pees blijft dan ontstoken en kan zelfs het gewricht langdurig op slot zetten.
Deze klachten worden vaak behandeld met ontstekingsremmers. Dit kan middels tabletten of een lokale injectie. Deze injectie wordt vaak door de huisarts gegeven. Mocht dit uiteindelijk onvoldoende helpen dan wordt er doorverwezen naar de chirurg. Deze zal middels een operatie de pees vrij leggen. Daarna is belangrijk om verder te revalideren bij een fysiotherapeut. De behandeling zal voornamelijk gericht zijn op het weer in beweging brengen van de vingers en het versterken van de spieren rondom de hand en pols.